In het Jeugdwet-berichtenverkeer wisselen partijen informatie uit over zorgproducten en -diensten die worden geleverd. Om dat te kunnen doen, heeft elk product en elke dienst een code. De lijst bevat productcategorieën en productcodes. De productcategorieën maken deel uit van het Informatiemodel iStandaarden.

Standaard en vrijheid

De manier waarop de lijst is ingericht – de productcodestructuur – beantwoordt aan de wens om enerzijds een standaardtabel te gebruiken, en anderzijds gemeenten de vrijheid te geven om zelf nieuwe producten en diensten te definiëren.

Waarom productcategorieën?

Voor de Jeugdwet-producten is landelijk een aantal productcategorieën vastgesteld, die verplicht gebruikt moeten worden in de berichten. Deze categorieën zijn over en weer vertaalbaar in de indeling die VNG voorstelt voor de financiële verantwoording van Jeugdwet-voorzieningen.

Zo kunnen de productcategorieën een plek krijgen in de landelijke financiële verantwoording die gemeenten moeten afleggen aan het ministerie van Binnenlandse Zaken. Ook uit de afstemming met CAK en SVB blijkt dat hun productindelingen goed passen.

Productcodes

Onder de productcategorieën zijn productcodes gedefinieerd, als verbijzondering binnen een productcategorie. Deze codes, die specifieker beschrijven om welk product of welke dienst het gaat, zijn opgenomen in de standaardproductcodelijst Jeugdwet (JZ21).

Gemeenten en aanbieders spreken onderling af welke van deze productcodes zij gebruiken, zodat de codes passen bij de gekozen Jeugdwet-uitvoering.

Advies: gebruik de codes op de standaardproductcodelijst…

Zorginstituut Nederland adviseert gemeenten en aanbieders om zoveel mogelijk gebruik te maken van de codes op de standaardproductcodelijst, omdat dit bijdraagt aan minder administratieve variëteit.

…maar dat is niet verplicht

Gemeenten mogen besluiten om de standaardproductcodelijst niet te gebruiken. Zij mogen dan zelf productcodes definiëren, binnen de productcategorieën die zijn vastgesteld. Samen met de aanbieder leggen ze dan vast welke codes gebruikt mogen worden bij welke productcategorie. In dat geval adviseert het Zorginstituut om codes te kiezen die niet voorkomen op de standaardproductcodelijst.

Uniciteit

Landelijke uniciteit van productcodes kan niet gegarandeerd worden. Wanneer een gemeente een eigen productcodelijst gebruikt, kan het voorkomen dat een andere gemeente met een eigen productcodelijst een of meer dezelfde codes gebruikt met een andere definitie.

Voorbeeld

Gemeente A gebruikt bijvoorbeeld code 11699 voor dagbehandeling, terwijl gemeente B dezelfde code gebruikt voor verblijf.

Wélke definitie van toepassing is, wordt bepaald door de eigen productcodelijst van de gemeente van wie het bericht afkomstig is of aan wie het bericht verzonden wordt. In het iJw-berichtenverkeer is dit te herkennen aan de gemeentecode van het CBS die is opgenomen in de header van elk iJw-bericht.

Eigen codes gebruiken

Gemeenten of aanbieders kunnen eigen codes voordragen voor de standaardproductcodelijst. Het aanleverproces staat beschreven in het protocol over omgaan met productcodelijstwijzigingen.