Net als de Validatiemodule biedt ook de Decentrale Validatiemodule zorgaanbieders, gemeenten, zorgkantoren, softwareleveranciers – en alle andere instanties die gebruikmaken van iStandaarden-berichten – de mogelijkheid om berichten te valideren tijdens het softwareontwikkelproces.
Een belangrijk verschil tussen de bekende, ‘centrale’ Validatiemodule en de nieuwe, Decentrale Validatiemodule is het gebruik. Om de Decentrale Validatiemodule te gebruiken, downloadt u de software voor uw besturingssysteem (Windows, macOs of Linux) op de Decentrale Validatiemodule-pagina.
We bieden twee varianten aan. De GUI-variant (graphical user interface ofwel grafische gebruikersomgeving) is vergelijkbaar met de centrale Validatiemodule waarin de gebruiker eenvoudig een xml-bericht kan laten valideren. De CLI-variant (command line interface ofwel opdrachtregelinterface) is bedoeld voor gebruik binnen uw eigen softwarepakket.
De Decentrale Validatiemodule biedt dezelfde functionaliteit als de Validatiemodule, met dát verschil dat het niet nodig is om gegevens te uploaden en versturen.
De centrale Validatiemodule wordt in uw browser aangeboden. Daarbij is het mogelijk om xml-berichten te uploaden die vervolgens werden beoordeeld op juistheid en structuur.
Bij de Decentrale Validatiemodule downloadt u eerst software in een zip-bestand. Na installatie kunt u berichten valideren. U kunt daarbij kiezen uit een GUI- en een CLI-variant. Voor beide geldt dat ze beschikbaar zijn voor Windows, macOs en Linux.
Ja, bij de Decentrale Validatiemodule hoort een handleiding die u kunt inzien op de modulepagina. In de handleiding leest u meer over de installatie en werking van de module. De handleiding is ook opgenomen in de iBieb in de categorie ‘Module: Decentrale Validatiemodule’.
Omdat niet gegarandeerd kan worden dat privacygevoelige gegevens volgens de geldende wet- en regelgeving worden aangeboden, verwerkt en uitgewisseld. De keuze is gemaakt voor een voorziening die daar wel aan voldoet, die dezelfde functionaliteit als de Validatiemodule heeft en die geïnstalleerd kan worden in de eigen omgeving.
Maakt u als gebruiker regelmatig gebruik van de centrale Validatiemodule, vooral om af en toe een iStandaard-xml-bericht te controleren? Download dan de GUI-variant voor uw besturingssysteem.
Bent u softwareleverancier en wilt u een ontvangen iStandaard-xml-bericht of een door uzelf gegenereerd xml-bericht direct valideren vanuit uw softwarepakket? Maakt u dan gebruik van de CLI-variant van de Decentrale Validatiemodule.
Voorlopig blijft de Centrale validatiemodule beschikbaar naast de Decentrale Validatiemodule.
Al uw opmerkingen, suggesties en vragen over het gebruik van de Decentrale Validatiemodule zijn welkom bij de Servicedesk iStandaarden via info@istandaarden.nl. Met uw feedback kunnen we in de komende tijd de module verder verbeteren.
Een Byte-Order-Mark in de berichten opnemen is niet toegestaan. Als de software waarmee u de berichten maakt BOMs bevatten, moet u de software daarop aanpassen.
Dat het gebruik van BOMs niet toegestaan is, is ook opgenomen in de iStandaarden-bedrijfsregel OP192. Zie:
• de bedrijfsregels in het Informatiemodel iStandaarden
Bestanden moeten voldoen aan de technische eisen:
- Het berichtuitwisselingsformaat is XML.
- De bestandcodering is UTF-8.
- Het gebruik van Byte-Order-Marks (BOMs) is niet toegestaan.
- Het einderegelteken is een combinatie van CR/LF (Windows-einderegelteken).
- Ieder element in het XML-bericht wordt afgesloten met een einderegelteken, dit bevordert de leesbaarheid.
- Gebruik .xml als bestandextensie voor het bestand waar het XML-bericht in opgenomen is.
Meer informatie vindt u in de Ontwerprichtlijnen voor XML-schemadefinities.
De Decentrale Validatiemodule kan omgaan met berichten van de iStandaarden: iWmo 2.3, iWmo 2.4, iJw 2.3, iWmo 2.4, iWlz 2.0, iWlz 2.1 en iPgb 2.0. Zie ook ‘Welke berichtentypen controleert de Decentrale Validatiemodule?’.
Nee, de Decentrale Validatiemodule controleert niet op berichtoverstijgende regels en bedrijfsregels.
De Decentrale Validatiemodule ondersteunt de validatie van deze iWlz-, iWmo-, iJw- en iPgb berichten:
De declaratieberichten AW319, AW320, JW321 en JW322 kunt u met PORTES van Vektis valideren.
De maximale bestandsgrootte voor de testmodule bedraagt 10 MB. Om de testdoorlooptijd te beperken, adviseren wij u met kleinere bestanden te testen.
Ja, er zijn voorbeeldbestanden van berichten beschikbaar.
iWlz
iWmo
iJw
iPgb
De Decentrale Validatiemodule controleert:
Ja, maar de validatie vindt alleen op technisch vlak plaats. StUF is een berichtenstandaard waarmee gegevens eenvoudig gecommuniceerd kunnen worden tussen verschillende systemen en over allerlei ICT-infrastructuren. StUF biedt daarvoor het raamwerk, de standaard beschrijft de generieke toepassing van de berichten en zegt niets over de specifieke gegevens die met de standaard gecommuniceerd kunnen worden.
Het betekent dat de Decentrale Validatiemodule alleen nagaat of de StUF-onderdelen van het xml-bericht voldoen aan de schemadefinitie van de StUF-envelop. Als de StUF-envelop voldoet aan de schemadefinitie, dan valideert de Decentrale Validatiemodule inhoudelijk het in de StUF-envelop opgenomen iStandaard-bericht.
Wilt u meer weten over de StUF Berichtenstandaard, kijk dan op de website van GEMMA Online.