Wat we samen bereiken (video)

Het Actieprogramma iWlz geeft uitdrukking aan de gezamenlijke wens van overheid, zorgverzekeraars en zorgaanbieders om de administratieve lastendruk in de zorg te verminderen en de cliënt nadrukkelijk centraal te stellen. Dit doen we door de realisatie van een netwerk langdurige zorg. Op het Portaal voor Informatievoorziening in de Zorg en Ondersteuning vind je een video die prachtig weergeeft welke partijen zich precies hebben verenigd bij de realisatie van het netwerk langdurige zorg, hoe ze zich tot elkaar verhouden en in welke context ze samenwerken.  

Bestuurlijk besluit: een bepalend moment

In juni en september 2021 brengen we de bestuurders van de betrokken organisaties en branches in de keten op de hoogte van de stand van zaken. Als alles goed verloopt, vragen we hen in september een ‘go’ voor de start van het schaduwdraaien met het indicatieregister bij Menzis en CIZ. Met de uiteindelijke oplevering van het indicatieregister kunnen partijen, zoals het CAK en zorgaanbieders, hun processen eerder starten, omdat ze kunnen nagaan of er een Wlz-indicatie is. 

Waar we inmiddels staan

Tijdens de tweewekelijkse sprint reviews laten alle partijen zien welke functionaliteit ze in de voorgaande twee weken hebben gerealiseerd. Het CIZ buigt zich inmiddels over de functionaliteit voor het ontvangen van abonnementen op het indicatieregister. Menzis is gestart met de bouw van componenten die nodig zijn om het indicatieregister te raadplegen en abonnementen te plaatsen. Het register zelf is klaar. En  VECOZO, digitale dienstverlener in de zorg, kan het raadplegen.  

Proof of Concept: de juridische toets

Nu de basisinfrastructuur en het indicatieregister in een vergevorderd stadium zijn, kunnen we – bij een positief besluit op de behaalde resultaten – na de zomervakantie starten met de voorbereiding op het schaduwdraaien. We vroegen Privacy Company ons met een voorlopige beoordeling klaar te stomen voor het Data Protection Impact Assessment (DPIA) dat de koplopers tegen die tijd laten uitvoeren. Het bureau PBLQ zal toetsen of de ontworpen autorisatiestructuur voor gegevensuitwisseling voldoet aan de wettelijke grondslag. 

Samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

In het kader van hergebruik van publieke voorzieningen kreeg VECOZO onlangs toestemming van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) om in hun opdracht ontwikkelde componenten – onder andere voor autorisatie – toe te passen binnen de Proof of Concept van het Actieprogramma. Een mooi voorbeeld van samenwerking over de domeinen heen. Inmiddels is de beschikbaarstellingovereenkomst door beide partijen ondertekend. 

Interview met Johan Ulenkate, ministerie van VWS

"Ik benadruk steeds de noodzaak om alleen te registreren wat strikt noodzakelijk is"

 

Wat is jouw rol?

“Ik zie mezelf voornamelijk als inhoudelijk bemoeial. Als beleidsmedewerker bij de Directie Langdurige Zorg van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport houd ik mij onder meer bezig met ontwikkelingen op het gebied van digitalisering en standaardisatie. Het ministerie ziet de meerwaarde van het Actieprogramma iWlz en stelt daar budget voor beschikbaar. Ik geloof in slim digitaliseren en hecht aan een integrale benadering. Daarom bemoei ik me ook intensief met het programma KIK-V en houd de ontwikkelingen bij het programma Inzicht (e-overdracht) goed in de gaten. Ik spreek programmamanagers graag aan op de mate waarin ze ‘met de buren praten’ en vraag hen waar de samenhang zit en welke kansen er liggen om samen op te trekken.”

 

En wat doe je in je vrije tijd?
“Dan wandel ik met mijn vrouw, pak ik de fiets of speel op mijn accordeon, liefst samen met anderen. Ondanks corona speel ik wekelijks liedjes uit de oude doos op de Afdeling Dementie & Somatiek van Pieter van Foreest. Dat is gezellig en geeft veel voldoening: muziek kan dementerende mensen enorm activeren. Google maar eens op Dick Swaab, Erik Scherder en de positieve invloed van muziek op het brein.”

 

Hoe ben je betrokken bij het Actieprogramma?
“Toen Peter Snaterse, Teammanager Informatiemanagement bij het Zorginstituut Nederland, mij een aantal jaar geleden vroeg mee te denken over de moderniseringsslag van het ketenmodel iWlz vond ik dat een goed idee. Vanuit de overheid is veel aandacht voor het beter benutten van digitaliseringsmogelijkheden. Via de stuurgroep iWlz startten we met partijen die betrokken zijn bij de uitvoering, zoals het CIZ, de zorgaanbieders, zorgkantoren en het CAK. Als sponsor van het Actieprogramma kan ik vanuit VWS invloed uitoefenen op de koers.”

 

Wat is de gedachte achter het netwerkmodel?
“De wereld verandert en daar moet je je voortdurend op aanpassen. Waar het ketenproces was ontworpen vanuit de systeemwereld van de ketenpartners, is het netwerkmodel juist ontworpen vanuit het perspectief van de burger of cliënt. Hun leven loopt dwars door domeingrenzen heen. De burger ziet graag een betere dienstverlening en minder complexiteit. Dat laatste geldt ook voor zorgverleners.

Nieuwe partijen, zoals gemeenten, aanbieders van Wmo-ondersteuning en aanbieders van Zvw-zorg, gaan zich op termijn bij het netwerkmodel aansluiten. De cliënt krijgt een betere informatiepositie en kan daardoor een actieve rol spelen. 

Het is expliciet de bedoeling de uitvoering minder complex te maken en de administratieve lasten te reduceren. Als overheid worden wij daarop politiek en bestuurlijk ook aangesproken: we hebben een tekort aan mensen in de zorg, en zorgverleners moeten meer tijd krijgen voor het daadwerkelijk verlenen van zorg.  Als dat lukt, neemt de werknemerstevredenheid en daarmee de aantrekkingskracht van het beroep van zorgverlener toe.”

 

Wat is de meerwaarde voor de uitvoering?
“Als we het netwerkmodel écht vanuit het perspectief van burger en zorgverlener kunnen inrichten, is dat voor de uitvoering een grote stap vooruit. Dankzij het ‘bronhouderschap’ is helder wie welke gegevens vastlegt en welke kwaliteitseisen daarbij horen.

 

Meteen bij het beoordelen van de indicatie-aanvraag legt het CIZ een groot aantal gegevens van de cliënt vast. Het CIZ is ‘bronhouder’ van die gegevens en omdat de gegevens van hoge kwaliteit zijn, kunnen zorgkantoren zich concentreren op de gegevens die nodig zijn voor de bemiddeling. Zorgaanbieders ontfermen zich over gegevens die nodig zijn voor het leveren en declareren van zorg. Dat zou de registratiedruk fors moeten verminderen. We gaan het zien op termijn.

 

Mijn drijfveer – vanuit de Rijksoverheid – is het beter benutten van de digitaliseringsmogelijkheden. Daarom benadruk ik steeds de noodzaak om alleen te registreren wat strikt noodzakelijk is. Als we kritisch zijn op wat we vastleggen en vanuit verschillende plekken steeds dezelfde gegevens gebruiken, dan ontstaat een gemeenschappelijk beeld van de werkelijkheid. Eenduidigheid betekent: minder misverstanden, communicatie, ruis, telefoongesprekken en uitzoekwerk.

 

Gegevens moeten kunnen stromen binnen het netwerk. De taal van de gegevens wordt zo veel mogelijk in lijn gebracht met de Nictiz-bouwstenen en aanpalende programma’s, zoals KIK-V en Inzicht. Datzelfde geldt voor de componenten die nodig zijn voor de technische infrastructuur. Er is op dit vlak zelfs afstemming met ontwikkelingen in het sociaal domein. In ieder geval is het belangrijk dat zo veel mogelijk gebruikgemaakt gaat worden van generieke componenten. ”

 

We horen je weleens woorden gebruiken met een strekking als “het mag geen technisch feestje worden”. Wat wil je daarmee precies benadrukken?
“Ik vind dat de balans vaak naar de technische kant slaat. We zeggen steeds wel ‘klant centraal’ en we willen wel mensgericht werken, maar doen we het ook? Ik probeer steeds de aandacht te richten op de warme kant van het Actieprogramma. De mensen die zorg nodig hebben en de mensen die in de zorg werken moeten er baat bij hebben.  Als mijn moeder of jouw oma een zorgverlener niet steeds hoeft te informeren, omdat die (AVG-proof) toegang heeft tot relevante informatie, dan schieten we op. Als een zorgaanbieder vanuit zijn primaire proces gegevens kan delen met de Inspectie, dan neemt de rapportagedruk af.”

 

Hoe ziet de zorgwereld er idealiter op de lange termijn uit? En welke plaats heeft het netwerkmodel hierin?
“In de ideale wereld is er geen registratiedruk en houdt iedereen uitsluitend bij wat nodig is voor het werk. Het is efficiënt als diverse partijen op een verantwoorde manier toegang hebben tot het netwerk. En wanneer we informatie gaan delen, moeten we elkaar ook aanspreken op de kwaliteit ervan. bovendien verzamelen we zo een aantal interessante en bruikbare indicatoren, die het collectief kunnen dienen.

Het is allemaal een kwestie van slow cooking en het gaat minder snel dan ik zou willen, maar geduld is een schone zaak. Ik geloof in de meerwaarde en samenhang van de lopende programma’s. Nog belangrijker is dat ik veel vertrouwen heb in de mensen die op dit project zitten. Ik vind het een geweldig team.”